De uitspraken van minister Slob gisteren over religieuze scholen en homoseksualiteit zijn slecht gevallen bij onder meer belangenorganisatie COC. “Je kunt lhbti-jongeren niet afwijzen of hun ouders een verklaring daartoe laten tekenen”, zegt voorzitter Astrid Oosenbrug. “Als je jongeren ermee schaadt, heeft het niet zoveel meer met de vrijheid van meningsuiting te maken.”
Onderwijsminister Slob krijgt veel kritiek op sociale media en in de Tweede Kamer na een debat gisteren over burgerrechten. Daarin zei hij dat religieuze scholen het recht hebben om ouders in een verklaring afstand te laten nemen van homoseksualiteit. Zolang er maar sprake blijft van een gelijke behandeling van alle leerlingen.
Kamerleden stelden gisteren kritische vragen over reformatorische scholen, die eisen van ouders dat ze een verklaring ondertekenen waarin een homoseksuele leefwijze wordt afgewezen. Bij deze kwestie komen drie grondrechten met elkaar in botsing: het verbod op discriminatie en de vrijheid van onderwijs en godsdienst.
Zolang alle leerlingen gelijkwaardig worden behandeld, mag een school vragen om zo’n verklaring, legde Slob uit. “Men mag een opvatting hebben over de relatie tussen man en vrouw. En of u het er wel of niet mee eens bent, dat is de grondwettelijke vrijheid in dit land. Maar wat niet mag, is dat deze opvattingen er in de praktijk toe leiden dat leerlingen op ongelijke manier worden behandeld.”
Een op de vijf scholen
Journalistiek platform Pointer concludeerde begin dit jaar dat een op de vijf reformatorische scholen vindt dat een relatie tussen personen van hetzelfde geslacht botst met het schoolprofiel.
Het gaat om 34 van de 137 scholen die zo’n schoolprofiel of document online hebben staan. In totaal zijn er volgens Pointer 170 reformatorische scholen.
BRON: nos