Nationaal Groeifonds geeft impuls aan verbetering digitalisering en versterking kennisinfrastructuur

Schrijf je in voor de verkiezing Leraar van het Jaar 2022

Drie voorstellen voor het po en vo die het ministerie van OCW in oktober heeft ingediend voor de tweede ronde van het Nationaal Groeifonds (NGF), hebben een positieve beoordeling gekregen van de adviescommissie van het NGF. Op 14 april werd bekend dat het kabinet het advies heeft overgenomen. De voorstellen zetten in op investeringen in digitalisering (digitale infrastructuur, open leermiddelen) en de kennisinfrastructuur. Met deze impuls wordt de komende jaren de kwaliteit van het gebruik van digitale hulpmiddelen in het onderwijs verbeterd en de kennisinfrastructuur versterkt.

De projecten gaan bijdragen aan het beter benutten van kennis uit onderwijsonderzoek door scholen zodat scholen de kwaliteit van het onderwijs duurzaam kunnen versterken. Voor een goede en veilige inzet van ICT is het nodig dat er meer regie komt op digitale leermiddelen en dat er een betrouwbare infrastructuur komt voor het aanschaffen en inzetten van leermiddelen. Dit is ook een van de aanbevelingen uit het onlangs uitgebrachte adviesrapport Regie op ICT, hierin wordt het belang benadrukt van bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de inzet van ICT maar wordt ook beklemtoont dat scholen dit niet alleen kunnen. Eén van de goedgekeurde projecten: ‘Digitaal Onderwijs Goed Geregeld’, dat voortkomt uit het samenwerkingsverband EDU-K waar ook de VO-raad en PO-Raad onderdeel van zijn, gaat hier de komende jaren aan bijdragen. Het project voorziet in afspraken tussen scholen, uitgeverijen, distributeurs en leveranciers die een eenvoudig, veilig en betrouwbaar gebruik van digitale onderwijsmiddelen regelen.

Drie projecten goedgekeurd

In de tweede ronde van het Groeifonds zijn drie projecten (voorlopig) goedgekeurd. Voor sommige projecten zijn aanvullende voorwaarden gesteld. De (voorlopig) goedgekeurde projecten zijn:

Edu-V: Digitaal Onderwijs Goed Geregeld! (Volledig gehonoreerd, bijdrage: 34 miljoen)

Met Digitaal Onderwijs Goed Geregeld! maken scholen met educatieve uitgevers, distributeurs en softwareleveranciers onderling afspraken die een eenvoudig, veilig en betrouwbaar gebruik van digitale onderwijsmiddelen regelen. Leerkrachten, leerlingen en studenten kunnen hiermee makkelijker en veiliger gebruik maken van de digitale toepassingen in het onderwijs. Meer informatie: www.edu-v.org

Impuls Open Leermateriaal (bijdrage: 20 miljoen voor de eerste drie jaar)

Om recht te doen aan de talenten van elke leerling hebben scholen een rijke mix van open en gesloten materiaal nodig. Hiermee kunnen leraren beter inspelen op de behoeften en belevingswereld van hun leerlingen en op de actualiteit. Dat is hard nodig om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Meer keuzemogelijkheden in leermiddelen versterkt bovendien het eigenaarschap van leraren. Met de Impuls Open leermateriaal worden scholen de komende jaren geholpen worden om open leermateriaal te ontwikkelen, verbeteren en het goede gebruik in het onderwijs te stimuleren.

Ontwikkelkracht (bijdrage: 100 miljoen voor de eerste drie jaar)

Ontwikkelkracht is een programma dat bijdraagt aan een sterke kennisinfrastructuur voor het onderwijs om de kwaliteit van het onderwijs duurzaam te versterken. Het programma verstevigt de verbinding tussen onderwijs en onderzoek. De vragen van leraren en schoolleiders vanuit de onderwijspraktijk staan centraal.

Het vierde door OCW ingediende plan, ‘Digitale Oplossingen voor Onderwijsproblemen’ is door de commissie niet goedgekeurd. In de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds is reeds €80 miljoen toegekend aan het Nationaal Onderwijslab.

Over het Nationaal Groeifonds

Het Nationaal Groeifond is een initiatief van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Financiën. Het fonds is bedoeld om publieke investeringen te doen die bijdragen aan het duurzaam verdienvermogen van Nederland. Het Nationaal Groeifonds is opgezet in 2020 en bedoeld voor eenmalige publieke investeringen. Met het Nationaal Groeifonds trekt het kabinet tussen 2021 en 2025 circa € 20 miljard uit voor projecten. Het gaat om gerichte investeringen de terreinen kennisontwikkeling en onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

In de tweede ronde heeft de adviescommissie 35 voorstellen beoordeeld. Met ondersteuning van het Centraal Planbureau en verschillende experts zijn de voorstellen beoordeeld op het verwachte effect op het verdienvermogen, op de strategische onderbouwing, op de kwaliteit van het plan, en de kwaliteit van samenwerking en governance.

 

Bron: VO-raad

 

 

Schrijf je in voor de verkiezing Leraar van het Jaar 2022

Schrijf je in voor de verkiezing Leraar van het Jaar 2022

Tot en met 10 juni a.s. kunnen schoolleiders, leraren en onderwijsondersteunend personeel hun favoriete leraar opgeven voor de verkiezing Leraar van het jaar. Heb jij of ken jij de meest geweldige leraar met een eigen onderwijsvisie en een warm onderwijshart? Meld hem of haar dan snel aan.

De Leraren van het Jaar vormen een diverse groep, dwars door alle sectoren heen: PO, SO, VO en MBO. De leraren zijn door hun collega’s als ambassadeurs van het beroep verkozen, uit vele honderden aanmeldingen. Ze zetten zich – via een onafhankelijke agenda – in voor allerlei thema’s die de kwaliteit van de beroepsgroep raken. De Leraren van het Jaar krijgen de unieke kans om zich buiten de muren hun eigen school verder te ontwikkelen en in contact te komen met collega’s en beleidsmakers. Zo bouwen ze met elkaar een indrukwekkend nationaal en zelfs internationaal netwerk op.

Je kunt je favoriete leraar nomineren via www.lerarenvanhetjaar.nl/aanmelden. Alle aanmeldingen maakt een jury van leraren een eerste selectie. Daarna kiest een beroepsjury van leraren 10 genomineerden per sector. Zij gaan door naar de volgende ronde, waarbij ze een brief en filmpje moeten maken. Uiteindelijk kiest een vakjury de vier winnaars uit het basisonderwijs, speciaal (basis)onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Deze winnaars worden op de Dag van Leraar op 5 oktober 2022 bekendgemaakt. 

 

Bron: AVS

Corona testen is geen prioriteit meer voor personeel in het onderwijs

Voorgezet onderwijs start met sneltestren

Vanaf volgende week maandag 11 april vervalt het advies om bij een positieve zelftest ook een test te laten doen bij de GGD. De uitslag van de zelftest heb je sneller dan via de GGD-teststraat, ook als dat met voorrang is. Gedurende lange tijd was het voor onderwijspersoneel mogelijk om bij klachten met voorrang getest te worden bij de GGD-teststraat.

De consequentie hiervan is dus dat het voor onderwijspersoneel ook niet meer mogelijk is om met voorrang te testen. Uiteraard blijf je met een positieve zelftest wel thuis. Met een negatieve zelftest kan het onderwijspersoneel wel op school weer aan de slag.

Het blijft voor iedereen mogelijk om ook een test te doen bij de GGD. Het advies om dit te doen, vervalt echter met ingang van 11 april.

 

Bron: VO-raad

Nieuwe subsidieronde ‘Heterogene brugklassen’

Aanvraag verbetering ventilatie op scholen: extra mogelijkheden

Scholen die een of meerdere heterogene brugklassen willen inrichten, door ontwikkelen, verbreden of verlengen (tot twee of drie leerjaren) kunnen hier t/m 18 april weer subsidie voor aanvragen.

Door de schoolsluitingen en lesuitval in coronatijd hebben ook de huidige groep 8-leerlingen de afgelopen periode minder kansen gehad om zich verder te ontwikkelen. Vooral voor leerlingen die vanuit huis minder ondersteuning kunnen krijgen bij het (online) leren, waren de gevolgen in veel gevallen groot. Sommige leerlingen kunnen er daarom – zeker ook in deze coronaperiode – belang bij hebben om aan het eind van het schooljaar in een brede brugklas geplaatst te worden, waarin ze langer de kans krijgen om zich te ontwikkelen en te ontdekken welk schooltype het beste past. 

Met de subsidie ‘Heterogene brugklassen’ kunnen scholen brede brugklassen inrichten, door ontwikkelen, verbreden of verlengen en zo het selectiemoment uitstellen voor leerlingen die hier baat bij hebben. De subsidieregeling is onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) dat werkt aan herstel en ontwikkeling van het onderwijs tijdens en na corona.

Subsidie aanvragen

Schoolbesturen kunnen subsidie aanvragen van 7 maart tot en met 18 april 2022. Per vestiging kan een vast bedrag van 100.000 euro worden aangevraagd.

VRAAG SUBSIDIE AAN VIA DE WEBSITE VAN DUS-I 

Bron: VO-raad

Stevigere aanpak voor veiligheid op school

Stevigere aanpak voor veiligheid op school

Omdat elke leerling zich vrij en veilig moet kunnen voelen op school, komt er een meldpunt voor leerlingen en ouders, een meldplicht voor scholen bij ernstige incidenten en gaat de Inspectie eerder en harder ingrijpen. Dat is nodig, omdat nog altijd tienduizenden leerlingen worden gepest en lastiggevallen. ‘Dat raakt me heel erg, en het maakt me strijdbaar’, aldus minister Dennis Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs).

Minister Wiersma: “Iedere leerling moet zich veilig en vrij voelen op school. Want hoe kun je het beste uit jezelf halen als je dag in, dag uit gepest wordt en nergens terecht kunt, nergens écht geholpen wordt? Hoe eenzaam voel je je dan wel niet? Gelukkig voelen de meeste leerlingen zich veilig op school, maar ik vind dat er meer moet gebeuren voor die tienduizenden leerlingen die zich niet veilig voelen. Daarom neem ik extra maatregelen, zodat de situatie verbetert.”

Meldpunt en meldplicht

Er komt een onafhankelijk meldpunt waar leerlingen en ouders terecht kunnen. Dat is nodig omdat bekend is dat veel leerlingen incidenten zoals pesten niet durven te melden op school, en dat als het gemeld wordt er niet altijd iets mee gedaan wordt. Voor incidenten die nog een stap verder gaan, komt er een meldplicht voor scholen. Want vooralsnog melden niet alle scholen ernstige incidenten.

Scherper toezicht

De Inspectie gaat eerder en harder ingrijpen als een school niet veilig lijkt voor alle leerlingen. Om dat mogelijk te maken gaan scholen meer informatie doorgeven over sociale veiligheid op hun school. Daardoor kan er sneller ingegrepen worden als dat nodig blijkt. En als de situatie dan niet snel genoeg verbetert, wordt er ook sneller ingegrepen.

Een ander aspect van vrij en veilig onderwijs is het tegengaan van de verspreiding van antidemocratische, anti-integratieve en/of anti-rechtstatelijke denkbeelden in het formele en informele onderwijs. Het kabinet wil ook daar bovenop zitten en in die gevallen sneller en beter ingrijpen. Zo moeten we voorkomen dat jongeren denkbeelden meekrijgen die de rechtsstaat ondermijnen, dat ze vervreemden van de samenleving en zo bijdragen aan polarisatie. In de eerste plaats draagt de nieuwe burgerschapswet hieraan bij. Daarnaast wint het kabinet de komende tijd verder advies in bij de landsadvocaat en verzamelt het signalen van vermoedelijke misstanden.

Veilig voelen op school

Vorig jaar voelden 9 op de 10 leerlingen zich (heel) veilig op school. Dat betekent ook dat 1 op de 10, dus tienduizenden leerlingen, zich niet veilig en vrij voelen. Meisjes waren in 2021 vaker slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag dan in 2018. Lhbt-leerlingen voelen zich minder veilig dan in 2018, en zij worden vaker opzettelijk lastiggevallen. Leerlingen willen ook minder graag vrienden zijn met lhbt-leerlingen en het minst graag met transgendermeisjes.

 Bron: Ministerie van OCW

Impuls Open Leermateriaal

Impuls Open Leermateriaal

Leraren willen hun leerlingen helpen zich optimaal te ontwikkelen. Maar het Nederlandse onderwijs kent hardnekkige problemen: onderwijskwaliteit staat onder druk, kansenongelijkheid en verschillen tussen leerlingen nemen toe, talent wordt verspild, en de werkdruk van leraren is hoog.

Dit programma wil deze problemen verkleinen. Doelstelling is de kwaliteit van het funderend onderwijs te verhogen door te investeren in kwalitatief goed open (digitaal) leermateriaal, aanvullend op commercieel materiaal. Hiermee kunnen leraren inspelen op talenten en behoeften van hun leerlingen. Dit vergroot hun motivatie, vermindert schooluitval, verhoogt leeropbrengsten, en verbetert de aansluiting op samenleving en beroepspraktijk.

De programmalijnen zijn afgestemd op de onderwijspraktijk:

·        Door bestaande netwerken te benutten, ondersteunen en verbinden we scholen die samenwerken aan het verhogen van de leeropbrengst door open leermaterialen.

·        We versterken leraren in het effectief gebruiken en ontwikkelen van open leermateriaal, met bestaande vakcommunities en lerarenopleidingen, en door kennisproducten te ontwikkelen.

·        We verrijken open leermateriaal, verbeteren bestaande en ontwikkelen nieuwe collecties, aansluitend bij de behoeften van het onderwijs (bv. vakken zonder passend leermateriaal).

·        We innoveren de publieke infrastructuur van open leermaterialen, zodat leraren eenvoudig interactieve open leermaterialen kunnen ontwikkelen, delen, vinden en gebruiken.

·        We organiseren praktijkgerichte onderzoeken en evaluaties, gericht op kennis ontwikkelen en kwaliteit verhogen. Dit creëert lerend vermogen in het programma zelf, en levert kennis op voor het onderwijs.

Het programma vraagt een investering van het Groeifonds van €77,9 miljoen. Het geschatte bbp-effect bedraagt uiteindelijk €53 miljoen per jaar en eenmalig €64 miljoen. Publieke partijen (Kennisnet, SLO, VO-content, onderwijsorganisaties) dragen bij vanuit hun bestaande financiering.

 

Bron: Ministerie van OCW