Let op! Subsidie aanvragen rond Gezonde School, watertappunten en ‘relaties & seksualiteit’

Helderheid over NPO-geld voor schooljaar 22-23: Minimaal € 500 per leerling

Sinds 8 maart kunnen scholen in het po, vo, so en mbo zich inschrijven voor het ondersteuningsaanbod Gezonde School 2021-2022. Dit aanbod helpt bij het bevorderen van een gezonde leefstijl op school. Daarnaast zijn er ook nieuwe rondes van de subsidieregelingen specifiek voor het installeren van een of twee watertappunten op scholen, en voor het versterken van het thema ‘Relaties en seksualiteit’ binnen scholen. Let op, deze inschrijvingen lopen tot 19 april 2021!

Regeling ondersteuningsaanbod Gezonde School

Het ondersteuningsaanbod Gezonde School geeft scholen een steuntje in de rug om te werken aan een gezonde leefstijl van leerlingen. De ondersteuning bestaat uit een financiële bijdrage van 3000 euro per school, scholing, en begeleiding en advies van een Gezonde School-adviseur van de GGD. Het geldbedrag kan onder meer worden gebruikt voor de inzet/aanschaf van erkende Gezonde School-activiteiten, het aanvragen van een vignet Gezonde School (themacertificaat) en de vergoeding van de taakuren van een eigen medewerker van de school die is aangesteld als Gezonde School-coördinator. Om in aanmerking te komen voor ondersteuning moet de school een dergelijke coördinator hebben. De ondersteuning kan worden aangevraagd voor de thema’s voeding, bewegen en sport, welbevinden, roken-, alcohol- en drugspreventie, fysieke veiligheid en milieu en natuur

Stimuleringsregeling Gezonde Relaties en Seksualiteit (vierde ronde)

Voor het thema ‘Relaties en seksualiteit’ is een aparte regeling beschikbaar: de Stimuleringsregeling Gezonde Relaties en Seksualiteit. De ondersteuning bestaat hierbij uit een geldbedrag van maximaal 5000 euro, waarmee scholen kunnen werken aan de versterking van het thema ‘Relaties en seksualiteit’. Met het geld kan aandacht worden besteed aan onderwerpen als gezonde relaties, veilig vrijen, seksuele diversiteit en wensen en grenzen; doel is zo bij te dragen aan een positieve en gezonde seksuele ontwikkeling van jongeren. 

Het bedrag kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor taakuren voor een Gezonde School-coördinator, om docenten te scholen of om een activiteit of lespakket aan te schaffen of gastlessen in te kopen. Het programma Gezonde School adviseert hiervoor erkende Gezonde School-activiteiten in te zetten. Ook bij gebruikmaking van deze regeling kunnen scholen advies en ondersteuning krijgen van de Gezonde School-adviseur van de GGD. 

Subsidieregeling watertappunten (derde ronde)

Scholen kunnen daarnaast opnieuw een financiële tegemoetkoming aanvragen om een of twee nieuwe watertappunten in hun schoolgebouw en/of op hun schoolplein te installeren. Door kraanwater gemakkelijk beschikbaar te stellen in de school, wil de overheid water het voorkeursdrankje van de komende generaties maken, en zo de gezonde leefstijl van jongeren stimuleren.

Scholen krijgen hierbij driekwart van de kosten vergoed voor de aanschaf, aanleg en het onderhoud van een of twee watertappunten. Het overige deel moeten zij zelf betalen; eventueel kan de gemeente of bijvoorbeeld de buurtvereniging ook een deel van de kosten dekken.

Bekijk ook de watertaptoolkit met tips en informatie die kunnen helpen bij het kiezen van een watertappunt.

Scholen die het themacertificaat Voeding van Gezonde School willen behalen, moeten een hygiënische watervoorziening hebben waar leerlingen en personeel water kunnen tappen. Een watertappunt is dus een goede opstap om te werken aan het Gezonde School-thema Voeding.

Klik hier voor het aanvragen van de subsidie voor de gezonde school, gezonde relaties en seksualiteit en het aanvragen voor de subsidie watertappunten. 

Bron: VO-raad

Kinderen veilig de handen laten ontsmetten!

Regelmatig je handen ontsmetten is ook voor leerlingen een dagelijkse routine geworden. Veel geklieder en tijdrovend. ProBiotec komt met een kleurrijke automaat: Mr. Probi. Kinderen steken hun handen in de automaat waarna hun handen gereinigd en ontsmet worden. De effectiviteit van de COV-X handspray is wetenschappelijk bewezen, uitvoerig getest en goedgekeurd volgens de EN1500 richtlijnen. Door deze handspray zijn leerlingen langdurig beschermd tegen corona. Op deze manier wordt het ontsmetten van de handen gemakkelijker én leuker gemaakt.

Kijk voor meer informatie  op www.koffiepartners.nl/probiotec
of neem contact op met Arjan Westeneng (arjan@koffiepartners.nl)

Handhaving rookverbod op schoolterreinen

Handhaving rookverbod op schoolterreinen

Sinds 1 augustus geldt een rookverbod op schoolterreinen en moeten deze volledig rookvrij zijn. Vanaf 1 januari gaat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht houden op het rookverbod. In dit informatieblad gaat de NVWA in op veelgestelde vragen over handhaving van het rookverbod.

Wat wordt er van scholen verwacht?

Scholen moeten een rookverbod instellen, het rookverbod aanduiden en het rookverbod handhaven.

  • Het rookverbod instellen
    Scholen moeten maatregelen nemen om kenbaar te maken dat er een rookverbod geldt. Dit kunt je doen door erover te communiceren, bijvoorbeeld in een school- of studiegids of in de huisregels. Ook moeten scholen alles van het terrein verwijderen dat aanspoort tot roken, zoals rookpalen, asbakken en rokershoeken.
  • Het rookverbod aanduiden
    Scholen zijn verplicht om het rookverbod aan te duiden. Hoe dat gebeurt, bepaal je zelf, zolang maar duidelijk is dat op het terrein niet mag worden gerookt. Borden of posters, die op verschillende plekken op het terrein zijn geplaatst, kunnen hierbij helpen. Zo is het voor iedereen duidelijk dat het rookverbod op het gehele terrein geldt.
  • Het rookverbod handhaven
    Als iemand op uw schoolterrein rookt, dan ben je verplicht om die persoon daarop aan te spreken. Je moet het rookverbod dus actief handhaven.

Via de website rookvrijschoolterrein.nl kunnen scholen ondersteuning krijgen bij het rookvrij maken van hun schoolplein. Je vindt hier onder andere een toolkit, stappenplan en voorbeeldbrieven voor ouders.

Hoe gaat de NVWA toezicht houden?

Vanaf 1 januari 2021 start de NVWA met controles om na te gaan of onderwijsinstellingen het rookverbod op hun terreinen naleven. De eerste inspectie wordt vooraf aangekondigd. De inspecteur maakt een afspraak met degene die binnen de onderwijsinstelling verantwoordelijk is voor het rookbeleid. Tijdens de inspectie worden onder meer de volgende aspecten gecontroleerd:

  • Zijn er maatregelen getroffen die duidelijk maken dat er een rookverbod geldt, bijvoorbeeld aan de hand van fysieke en communicatieve maatregelen?
  • Is duidelijk zichtbaar dat er een rookverbod geldt op het terrein, bijvoorbeeld aangeduid via borden en tegels?
  • Zorgt de onderwijsinstelling ervoor dat het terrein rookvrij blijft? Met andere woorden, wordt er actief opgetreden als er wordt gerookt (rookverbod handhaven)? Wat is daarover afgesproken (beleid) en wat gebeurt er in de praktijk?

De inspecteur voert de inspectie uit binnen de op dat moment geldende RIVM-richtlijnen voor COVID-19. Als de inspecteur van de NVWA tijdens een inspectie constateert dat het rookverbod op het schoolterrein niet of onvoldoende is ingesteld, aangeduid of gehandhaafd is er sprake van een overtreding. Bij een eerste overtreding volgt een schriftelijke waarschuwing. Op een later moment (veelal binnen drie maanden) wordt een her-inspectie uitgevoerd om te kijken of de overtreding is opgeheven. Bij een herhaalde overtreding legt de NVWA een bestuurlijke boete op, beginnend bij €600. Wanneer je daarna vaker in overtreding bent, kan de hoogte van de boete oplopen tot €4.500 per overtreding. De interventie is gericht op de beheerder van het gebouw of de inrichting.

Vóór 1 januari 2021 publiceert de NVWA het aangepaste interventiebeleid op de website van de NVWA. Daarin staat hoe zij optreden tegen overtredingen van dit rookverbod. Bekijk voor meer informatie ook het informatieblad van het NVWA.

Bron: PO-raad

Duurzame inzetbaarheid

KIEM Institute BV helpt om onderwijstalent tot wasdom te brengen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de leraar en het team waarvan hij deel uitmaakt alles bepalend is voor de kwaliteit van het onderwijs. KIEM Institute begeleidt teams en individuen in het onderwijs bij het aanleren en eigen maken van nieuw gedrag dat past bij een sterke onderwijsorganisatie.

Duurzame inzetbaarheid
Dagelijks worden scholen geconfronteerd met o.a. lerarentekorten, ziekteverzuim en te hoge werkdruk. Vaak met beperkte middelen proberen zij te investeren in duurzame inzetbaarheid van hun leerkrachten. Maar welke interventies werken goed, wat levert het op en bovenal wat zijn de kosten?

Samen met TNO werken wij met een eenvoudige tool waarbij wij op een snelle en inzichtelijke manier kunnen aangeven welke productiviteitsverbeteringen u in €’s kunt bereiken met investeringen in Duurzame Inzetbaarheid.

Wist u dat de kosten van het werkelijk verzuim gemiddeld uitkomt op een factor van 2 maal het gerapporteerde verzuim?

Talenten en competenties in de klas
KIEM heeft een koppeling gemaakt tussen de TMA competenties en voorbeelden van concreet waarneembaar gedrag voor de klas (b.v. ICALT). Op deze wijze is voor het onderwijs zichtbaar hoe de talenten en drijfveren van leerkrachten in de praktijk uitwerken. Deze unieke combinatie leidt ertoe dat de voorspelbaarheid en ontwikkelbaarheid van bepaalde gedragingen van leerkrachten ten opzichte de kinderen in de klas toeneemt en daarmee ontstaat meer zicht en grip op de kwaliteit van lesgeven.

Nieuw personeel
Heeft u één of meer geschikte kandidaten op het oog? Ontdek dan met de Talent Motivatie Analyse (TMA) of de kandidaat bij uw school of organisatie past.

De TMA kunt u perfect gebruiken als onderdeel bij uw functionerings- en beoordelingsgesprekken. Met de uitkomsten van de TMA kunt u het gesprek aangaan over die onderwerpen waar de energie zit en heeft u een goed beeld welke opleidingen mogelijk het meest passend zijn voor de verdere ontwikkeling van uw medewerker.

Heeft u nog vragen, stuur dan een mail naar info@kieminstitute.nl of bel met Gerbrand van Enk (gsm 0646042590) of Robert Kunst (gsm 0642233244)

6 tips voor een aantrekkelijke speelplaats

“Je speelplaats groener en leuker maken hoeft niet veel te kosten”, zegt Katrijn Gijsel, medewerker van het project ‘Pimp je speelplaats’. “Je leerlingen voelen zich beter op een boeiende plek waar ze sporten, spelen en onbewust leren.” Hoe maak je je speelplaats aantrekkelijker? 6 tips.

  1. Groen ≠ decoratie

Een beukenhaag en een piekfijn grasveld waar geen leerling mag aankomen, dat is geen groene speelplaats. Groen is niet om naar te kijken, maar om in te duiken. Dankzij talloze planten- en diersoorten ervaren je leerlingen elke dag hoe de natuur werkt.

  1. Creëer een aantrekkelijke ontmoetingsplaats

Leerlingen verstoppen zich graag in de gangen, aan de lockers. Een gevarieerde speelplaats lokt leerlingen naar buiten. Ze blijven niet plakken aan de kant maar verspreiden zich over het plein en gaan gemakkelijker babbelen met andere leerlingen en leraren.

  1. Varieer in je aanbod

Tijdens de pauze wil de ene leerling sporten. De andere wil toneel spelen, lezen of knutselen. Of keuvelen met vrienden. Organiseer middagactiviteiten, open lokalen om te ontspannen en laat leerlingen zelf voorstellen doen. Maar overdrijf niet: overdaad schaadt.

 “Een grijze speelplaats maakt niet gelukkig. Amper 40 procent van de leerlingen voelt zich gelukkig op een grijze speelplaats. Verander ze in een groene en sociale ruimte en 87 procent van je leerlingen voelt zich er goed”.

  1. Betrek leerlingen, ouders, jeugdverenigingen

Laat je handige leerlingen de speelplaats opnieuw betegelen, banken schilderen of de zandbak aanvullen. Vraag ouders om bomen te planten en wilgenhutten te bouwen. Verwelkom lokale jeugdverenigingen in de vakantie op je speelplaats.

  1. Maak van je speelplaats een leerplaats

De oppervlakte van het plein berekenen, de gewoonten van bijen bestuderen, ruzies bijleggen: haal leerlingen en leraren uit hun vertrouwde klasmuren en ze beseffen vaak niet dat ze aan het leren zijn.

  1. Blijf jezelf als school

Een speelplaats weerspiegelt je school. Vinden jullie leerlingenparticipatie belangrijk, herteken de speelplaats dan niet zonder hun inbreng. Werken jullie ervaringsgericht? Creëer meer dan een strak gemaaid grasveld.

Onderzoek Michiel Van Loo en Marloes Van Putten (2009), ‘Verandering van speelgedrag op een groen schoolplein’

bron: www.klasse.be