Veel bereidheid en ook zorgen over onderwijs Oekraïense leerlingen

Veel bereidheid en ook zorgen over onderwijs Oekraïense leerlingen

Op 95 procent van de scholen is er bereidheid om leerlingen uit Oekraïne onderwijs te bieden en bij één op de zes scholen hebben zich al leerlingen gemeld. Op 60 procent van de scholen zijn wel zorgen over de situatie voornamelijk met oog op het personeelstekort, de taalbarrière en eventuele trauma’s. Dat blijkt uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) onder ruim 700 schooldirecteuren. “Het is geweldig om te zien dat er in het onderwijs zo’n grote bereidheid is om te helpen. Scholen kunnen dit niet alleen en moeten hierin ondersteund worden. Soms zijn besturen en gemeenten hierin nog zoekende. Het is belangrijk dat er snel duidelijkheid komt en dat schoolleiders worden betrokken”, aldus AVS-voorzitter Ingrid Doornbos. 

Op 15 procent van de basisscholen hebben zich de afgelopen weken al leerlingen uit Oekraïne gemeld. Het gaat bij deze scholen gemiddeld om ruim 3 leerlingen, wat betekent dat in het basisonderwijs nu 3500 Oekraïense leerlingen zijn gemeld. Dit betekent niet dat al deze kinderen ook al naar school gaan. Zo’n 40 procent van de kinderen gaat naar een nieuwkomersschool of voorziening binnen het schoolbestuur of samenwerkingsverband. Eveneens 40 procent van de kinderen stroomt in bij een reguliere basisschool.

Bijna 20 procent van de scholen zoekt nog naar een goede oplossing of wordt nog gewacht op antwoord of beleid van het schoolbestuur of de gemeente ten aanzien van de opvang van Oekraïense leerlingen. Doornbos: “Het is ongelofelijk belangrijk dat gemeenten op tijd duidelijkheid geven aan scholen wat ze wel of niet van elkaar kunnen verwachten”.

Zorgen om personeel, taal, trauma’s en ruimte

Bij drie op de vijf scholen leven wel zorgen ten aanzien van het onderwijs aan de Oekraïense leerlingen. Veelal heeft dat te maken met het al bestaande personeelstekort, maar ook als het gaat om taalbarrières, trauma’s en ruimtegebrek in de school hebben directeuren zorgen.

Volgens de schooldirecteuren zijn er extra mensen  nodig om het onderwijs te doen slagen. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om gebruik te kunnen maken van Oekraïense leraren die meekomen. Daarnaast moet er ook gekeken worden naar deskundige hulp (traumaverwerkers, tolken, etc), financiële ondersteuning en extra ruimte. “Gemeenten zijn verantwoordelijk om te zorgen dat alle leerlingen naar school kunnen. Om te zorgen dat de opvang en het onderwijs goed verloopt is het van groot belang dat schooldirecteuren vanaf het begin worden betrokken in deze gesprekken”, aldus Ingrid Doornbos.

Veel voorzieningen al beschikbaar

In totaal zijn op meer dan de helft van de scholen vluchtelingenkinderen uit andere landen in het onderwijs, voornamelijk uit Syrië, Afghanistan, Eritrea, Somalië, Irak, Iran en Turkije. Op diverse scholen zijn er leerlingen uit meer dan 20 landen en op sommige scholen zijn zelfs meer dan 50 nationaliteiten vertegenwoordigd.

Bij driekwart van de scholen zijn er bovenschool, binnen het samenwerkingsverband of de gemeente al voorzieningen voor deze nieuwkomersgezinnen ingericht. Ruim 60 procent heeft contact of ondersteuning van een taalklas of taalschool, dat blijkt voor veel scholen zeer behulpzaam.

Samenwerking reguliere en nieuwkomersscholen belangrijk

Volgens een meerderheid van de directeuren is het een goede oplossing om reguliere scholen te laten samenwerken met nieuwkomersscholen. Een derde van de directeuren denkt dat beter alleen gekozen kan worden nieuwkomersscholen en één op de tien schooldirecteuren ziet de oplossingen alleen bij het reguliere onderwijs.

Al veel aandacht voor Oekraïne in lessen en met acties

Op vrijwel alle scholen in Nederland is de afgelopen weken aandacht geweest voor de situatie in Oekraïne. Op 9 van de 10 scholen is er bijzondere aandacht geweest in de lessen en op meer dan de helft van de scholen zijn daarnaast acties opgezet om geld op te halen of spullen in te zamelen. Op verschillende scholen wordt woensdag stil gestaan bij de actie door om 11.55 uur op het schoolplein een lied te zingen.

 


Bron: AVS 

Licht neemt het ziekteverzuim in het onderwijs toe

Licht neemt het ziekteverzuim in het onderwijs toe

Het ziekteverzuim onder onderwijspersoneel is toegenomen van 5,0 procent (in 2020) naar 5,4 procent (vierde kwartaal 2021). Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het ziekteverzuimpercentage bij het onderwijs in het vierde kwartaal van 2021 (5,4 procent) ligt precies op het landelijke gemiddelde over alle sectoren. In de zorg is het percentage  met 7,5 procent het hoogst. In de financiële sector ligt het ziekteverzuim met 3,0 procent het laagst.

 

Bron: AVS

Stevigere aanpak voor veiligheid op school

Stevigere aanpak voor veiligheid op school

Omdat elke leerling zich vrij en veilig moet kunnen voelen op school, komt er een meldpunt voor leerlingen en ouders, een meldplicht voor scholen bij ernstige incidenten en gaat de Inspectie eerder en harder ingrijpen. Dat is nodig, omdat nog altijd tienduizenden leerlingen worden gepest en lastiggevallen. ‘Dat raakt me heel erg, en het maakt me strijdbaar’, aldus minister Dennis Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs).

Minister Wiersma: “Iedere leerling moet zich veilig en vrij voelen op school. Want hoe kun je het beste uit jezelf halen als je dag in, dag uit gepest wordt en nergens terecht kunt, nergens écht geholpen wordt? Hoe eenzaam voel je je dan wel niet? Gelukkig voelen de meeste leerlingen zich veilig op school, maar ik vind dat er meer moet gebeuren voor die tienduizenden leerlingen die zich niet veilig voelen. Daarom neem ik extra maatregelen, zodat de situatie verbetert.”

Meldpunt en meldplicht

Er komt een onafhankelijk meldpunt waar leerlingen en ouders terecht kunnen. Dat is nodig omdat bekend is dat veel leerlingen incidenten zoals pesten niet durven te melden op school, en dat als het gemeld wordt er niet altijd iets mee gedaan wordt. Voor incidenten die nog een stap verder gaan, komt er een meldplicht voor scholen. Want vooralsnog melden niet alle scholen ernstige incidenten.

Scherper toezicht

De Inspectie gaat eerder en harder ingrijpen als een school niet veilig lijkt voor alle leerlingen. Om dat mogelijk te maken gaan scholen meer informatie doorgeven over sociale veiligheid op hun school. Daardoor kan er sneller ingegrepen worden als dat nodig blijkt. En als de situatie dan niet snel genoeg verbetert, wordt er ook sneller ingegrepen.

Een ander aspect van vrij en veilig onderwijs is het tegengaan van de verspreiding van antidemocratische, anti-integratieve en/of anti-rechtstatelijke denkbeelden in het formele en informele onderwijs. Het kabinet wil ook daar bovenop zitten en in die gevallen sneller en beter ingrijpen. Zo moeten we voorkomen dat jongeren denkbeelden meekrijgen die de rechtsstaat ondermijnen, dat ze vervreemden van de samenleving en zo bijdragen aan polarisatie. In de eerste plaats draagt de nieuwe burgerschapswet hieraan bij. Daarnaast wint het kabinet de komende tijd verder advies in bij de landsadvocaat en verzamelt het signalen van vermoedelijke misstanden.

Veilig voelen op school

Vorig jaar voelden 9 op de 10 leerlingen zich (heel) veilig op school. Dat betekent ook dat 1 op de 10, dus tienduizenden leerlingen, zich niet veilig en vrij voelen. Meisjes waren in 2021 vaker slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag dan in 2018. Lhbt-leerlingen voelen zich minder veilig dan in 2018, en zij worden vaker opzettelijk lastiggevallen. Leerlingen willen ook minder graag vrienden zijn met lhbt-leerlingen en het minst graag met transgendermeisjes.

 Bron: Ministerie van OCW

De oorlog in Oekraïne bespreken op school

De oorlog in Oekraïne bespreken op school

De oorlog in Oekraïne houdt ook veel leerlingen – en docenten – bezig en raakt hen in sommige gevallen ook direct, bijvoorbeeld doordat ze er familie hebben wonen. Het kan leerlingen helpen om op school over de situatie en hun gevoelens en zorgen te kunnen praten, hun mening te kunnen uiten en vragen te kunnen stellen om beter te leren begrijpen wat er aan de hand is. Diverse organisaties bieden lesmateriaal en andere ondersteuning aan die docenten helpen om de oorlog op een goede manier bespreekbaar te maken.

Zo heeft Utrecht University samen met de website ‘TerInfo’ een lesbrief opgesteld voor leraren in het po, vo en mbo, over manieren om de oorlog in de klas te bespreken.

Uitgeverij Creathlon heeft op de website goedemorgenopschool.nl gratis materiaal beschikbaar over de oorlog in Oekraïne.Bij het materiaal zitten vragen aan de hand waarvan leerlingen de inval door het leger van Rusland in Oekraïne met elkaar kunnen bespreken. Wat is er aan de hand? Wat gaan wij er in Nederland van merken? Moeten we Oekraïne helpen, en hoe dan?

Kamir Amghar, docent mbo en hbo, wil daarnaast graag de dialoog methodiek die hij gebruikt in zijn klas, delen met andere docenten. Geïnteresseerden kunnen hem via LinkedIn een bericht sturen

Vanavond – 28 februari om 19.30 uur – organiseert het KNAG verder een online nascholingsbijeenkomst. Leo Paul (Geowetenschappen, Universiteit Utrecht) geeft hierbij een lezing over de natiestaatvorming van Oekraïne, en Wim Berkelaar (historicus VU) beantwoordt vragen over de geschiedenis van het land. Deze online bijeenkomst zit inmiddels vol, maar wordt opgenomen en zal later worden gedeeld via de website Geografie.nl

Bron: VO-raad 

Bibliotheek gratis voor iedereen onder 18 jaar

Bibliotheek gratis voor iedereen onder 18 jaar

Vanaf 1 juli 2022 kan iedereen onder de 18 jaar in heel Nederland – dus ook op de BES-eilanden – gratis lid worden van de bibliotheek. De Eerste Kamer is vandaag akkoord gegaan met dit voorstel van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

In de ‘Bibliotheekwet’ staat nu nog dat gemeenten een bijdrage kunnen vragen aan leden onder de 18 jaar. Het bedrag mag dan maximaal de helft zijn van wat een volwassene betaalt.

Bron: ministerie van ocw 

Kabinet versterkt aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld met regeringscommissaris

Kabinet versterkt aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld met regeringscommissaris

Op voordracht van het kabinet wordt Mariëtte Hamer regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Verschillende incidenten in de afgelopen jaren leggen een breder vraagstuk bloot waarop actie vereist is. Met de nieuwe regeringscommissaris wil het kabinet meer doen aan bewustwording en een veilige cultuur, want intimidatie en misbruik horen niet thuis in Nederland. Daarbij moet onder andere de cultuur van genderstereotypering en machtsmisbruik die leidt tot seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld worden doorbroken.

Incidenten leggen breder vraagstuk bloot

Seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld is een pijnlijk én hardnekkig maatschappelijk probleem. Recente incidenten in de samenleving, waaronder in de sport en media (onder andere recentelijk de onthullingen van #BOOS over het televisieprogramma The Voice of Holland en Ajax), laten zien dat het noodzakelijk is om nu een doorbraak te forceren.

Minister Dijkgraaf (OCW): ‘‘Recente incidenten in de sport- en televisiewereld laten ons zien dat de aanleiding van de #MeToo beweging in ons land nog altijd leeft. Dit moet veranderen. We moeten in iedere organisatie actief het gesprek gaan voeren om ervan bewust te zijn dat dit op iedere plek kan gebeuren. We werken aan een cultuurverandering waarin niemand wegkijkt en waarin mensen elkaar aanspreken op verkeerd gedrag. Want elk slachtoffer van seksueel overschrijdend gedrag en seksueel geweld is er één te veel. Ik ben blij dat we, samen met Mariëtte Hamer als regeringscommissaris, hier vanuit de overheid grondig mee aan de slag gaan.’’

Minister Van Gennip (SZW): ‘‘Je veilig en thuis voelen op je werk en er jezelf kunnen zijn: het hoort vanzelfsprekend te zijn. Maar dat is het helaas niet. Het is duidelijk dat we meer moeten doen om ongewenst gedrag op de werkvloer tegen te gaan. Het is nodig om regels aan te passen, maar er is ook een cultuurverandering op de werkvloer nodig. En dat begint met het voorbeeld aan de top. Het is belangrijk dat dit onderwerp nu vol op de agenda staat en goed dat Mariette Hamer hieraan gaat werken.”

Opdracht regeringscommissaris

Onder regie van de minister van OCW en de minister van SZW wordt toegewerkt naar een Nationale aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Vanuit het kabinet krijgt de regeringscommissaris de opdracht het kabinet gevraagd en ongevraagd te adviseren bij de totstandkoming en uitvoering van een actieplan. Daarnaast wordt van Hamer verwacht dat zij een herkenbaar boegbeeld én aanjager is van de verandering die nodig is om de cultuur die leidt tot seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld te doorbreken. Daar hoort het organiseren van een langjarig maatschappelijk debat bij.

Hamer wordt benoemd voor een periode van 3 jaar. Zij zal samenwerken met vele betrokken mensen en organisaties. De commissaris wordt ondersteund door een compact bureau dat zal vallen onder het ministerie van OCW. Zij zal rapporteren aan de ministers van OCW en SZW.

Bron: Ministerie van OCW